Een opgejaagd gevoel, en tegelijkertijd lamgeslagen op de bank – in de greep van een onstuitbare stroom gedachten die in cirkels ronddraaien. Niet weten of je nu moet (wilt?) huilen, schreeuwen, boos worden. Op jezelf, een ander, of de wereld. Een schop onder je kont, dat is wat je nodig hebt (vind je).
Veel cliënten komen op dit punt bij mij. Wanhopig. Doodmoe. In de war. Bang er niet meer uit te komen. Met de – soms onuitgesproken – vraag of ik ze die schop onder de kont wil geven. Niet dus…
Het is ons doodsbange hoofd dat ons voortjaagt, met ten diepste maar één doel: voorkomen dat je pijn gaat voelen. Nogal logisch, je hoofd heeft één of meer pijnlijke of bedreigende ervaringen van vroeger opgeslagen en de conclusie getrokken: dit nooit meer! En heeft er een passende, beschermende reactie op verzonnen: het bekende overlevingsmechanisme.
Dat heeft jaren gewerkt, en heb je waarschijnlijk heel erg nodig gehad. Het heeft zich echter genesteld als een onbewuste overtuiging die niet meer wordt getoetst aan de werkelijkheid. Zodra een situatie lijkt op die van vroeger dan trekt je hoofd de conclusie: gevaar! en zet gelijk de geijkte reactie in gang om je uit die benarde positie te redden.
Dit kun je lang volhouden. Totdat je er in vastloopt. Het niet meer afdoende werkt. Of juist een andere ongewenste of pijnlijke situatie creëert. Waar je dan ook weer een oplossing voor moet verzinnen. Enzovoorts. De vicieuze cirkel begint te draaien, als een vliegwiel dat steeds meer snelheid opbouwt en zichzelf in beweging houdt…
Hij slaapt slecht. Ligt te piekeren, maar weet eigenlijk niet eens waarover. Hij voelt zich opgejaagd, kan geen rust meer vinden. Van stil zitten wordt hij nog onrustiger.
Zijn lichaam wordt steeds vermoeider. Overdag kan hij zich niet goed meer concentreren. Een nieuw schrikbeeld doemt op: misschien raakt hij wel weer burn-out! Twee jaar geleden voelde zijn lijf net zo. Maar dat mag niet weer gebeuren! Dit keer zal hij er op zijn werk uit vliegen. En hoe moet dat dan met de hypotheek? En wat zullen de mensen dit keer zeggen? Hij móet NU gaan slapen, dan kan hij het misschien nog voorkomen.
’s Nachts dringen de doembeelden nog meer op en hij kan de slaap niet vatten. Als hij ziet hoe laat het inmiddels is, raakt hij in paniek en begint het weer te tollen in zijn hoofd. Maar hij móet gaan slapen! Hij krijgt het benauwd, ademt snel en oppervlakkig, zijn hart gaat als een razende tekeer. Misschien heeft hij iets aan zijn hart! Enzovoorts…
Een vliegwiel laat zich niet zo snel stilzetten. Zelf heb ik ooit het vliegwiel van een spin-apparaat (zo’n fiets in de sportschool waar je jezelf helemaal in het zweet kunt werken zonder een meter vooruit te komen ;-) ) in één keer willen stoppen door er op te gaan staan. Ik werd tegen het stuur getorpedeerd, vloog er nog net niet overheen… Zo gaat dat met ons automatische gedrag ook. Daar zit zo’n vanzelfsprekende energie achter, ook nog voortkomend uit een oude angst, dat je die niet zomaar stil zet.
Hoe zet je je rondtollende gedachten stil? Hoe kom je uit die verlammende greep? Niet door een schop onder je kont…Wat jij nodig hebt is een PUNT. Je voelt iets: PUNT. Er gebeurt iets: PUNT. Er komt een gedachte op: PUNT. De kettingreactie stopzetten. Het vliegwiel stukje bij beetje tot stilstand brengen. Met elke PUNT iets van de snelheid er uit halen. Geen conclusies trekken of oplossingen zoeken maar stilstaan bij wat er IS.
“Ik twijfel. PUNT.”
“Ik ben bang. PUNT.”
“Ik weet het niet. PUNT.”
“Ik draai in rondjes. PUNT.”
Niet gemakkelijk. Wel doeltreffend. Ervaren wat er werkelijk in je leeft en dan merken dat je er niet bang voor hoeft te zijn. Jij kunt het immers (nu) dragen. Dat was als kind heel anders maar je bent nu volwassen en in staat autonoom te reageren. Net zolang en zo vaak ervaren totdat je hoofd het begint te geloven. Want dat is bang. Niet jij. En je hart al helemaal niet…
Kom tot rust, zet er een PUNT achter. En laat dan je tranen – en je boosheid – het werkelijke verhaal vertellen, het verhaal van jouw verlangen. Waardoor jij nieuwe, passende keuzes kunt maken, autonoom. En niet gebaseerd op een oud verhaal, opgeslagen in je hoofd.